Nieuwe douanewetboek in werking sinds 1 mei

02.06.2016

Het Europese douanelandschap zal er de komende jaren heel anders gaan uitzien. Dat komt doordat het nieuwe douanewetboek van de Europese Unie sinds 1 mei 2016 in werking is. Omdat niet enkel wie regelmatig goederen invoert en uitvoert, maar ook wie slechts occasioneel met import en export in aanraking komt mee moet zijn met deze nieuwe regels, sommen wij ze hier nog eens kort op.

Om te beginnen: wat is invoer en uitvoer?

Voor we van start gaan, is het cruciaal te bepalen wat er precies onder invoer en uitvoer moet worden begrepen. Er durven daar wel eens misverstanden over te bestaan.  Als een goed binnen de Europese Unie blijft, maar wel vervoerd wordt van de ene lidstaat naar de andere, is er geen sprake van invoer en uitvoer: bv. een auto wordt vervoerd van België naar Italië. De toepasselijke regels voor deze verrichting vallen onder de btw-wetgeving.

We spreken enkel van invoer/uitvoer als er een land van buiten de Unie mee gemoeid is. Dus enkel als een goed van buiten de Europese Unie een lidstaat binnenkomt (invoer) of als er vanuit de Europese Unie naar een derdeland, een niet-EU-lidstaat (uitvoer) wordt vervoerd, bv. een container wordt verscheept van België naar Thailand (uitvoer), goederen worden vervoerd van Brazilië naar Duitsland (invoer).

Een nieuw wetboek: is dan alles nieuw?

Het nieuwe wetboek staat ook wel bekend als het UCC (Union Customs Code).

Een nieuw douanewetboek betekent gelukkig niet dat het hele douanesysteem van de Unie op zijn kop wordt gezet.  Aan de meeste basisprincipes wordt er immers niet gesleuteld.

De nieuwe regels zijn voornamelijk ingegeven door een nieuw uitgangspunt: de douane wil meer en meer evolueren naar een samenwerking tussen douaneautoriteiten en economische actoren (anders dan elkaar als de tegenpartij te zien).

Nieuwe termen

Wat er wel onmiddellijk opvalt, is dat het wetboek enkele nieuwe termen introduceert:

communautaire en niet-communautaire goederen heten voortaan 'Uniegoederen' en 'niet-Uniegoederen';

economische douaneregelingen zoals actieve en passieve veredeling heten voortaan  'bijzondere regelingen';

het AEO-Certificaat heet voortaan 'AEO-Vergunning';

de Europese Gemeenschap, wordt vanaf nu aangeduid als de Europese Unie.

Enkele wijzigingen in vogelvlucht

Het is zeker niet de bedoeling in detail in te gaan op alle wijzigingen. Vandaar dit overzicht in vogelvlucht:

geautoriseerde marktdeelnemers zullen een AEO-vergunning krijgen. Zo'n vergunning toont de andere actoren op de markt dat de vergunninghouder een betrouwbare handelspartner is. Enkel wie zo'n vergunning heeft, zal kunnen genieten van heel wat vereenvoudigde administratieve verplichtingen, bv. de vereenvoudigde douaneaangifte, verminderde zekerheidsstelling, minder grenscontroles. Om de vergunning te krijgen moet men aantonen over een praktische vakbekwaamheid of beroepskwalificaties te beschikken;

ook de aanvrager zelf wordt vanaf nu gebonden door een bindende tariefinlichting;

wie als exporteur wil optreden, moet in de Europese Unie gevestigd zijn en de bevoegdheid hebben om te beslissen dat de goederen naar een bestemming buiten het douanegebied worden gebracht;

de transactiewaarde van goederen wordt voortaan gebaseerd op de laatste verkoopwaarde en niet meer op het first sale-principe;

voor alle douaneregelingen en voor tijdelijke opslag zal een 100 % zekerheidstelling gevraagd worden;

de types douane-entrepot worden hernoemd, waardoor er nu drie publieke douane-entrepots overblijven (type I tot III) en één particulier depot;

bij het nieuwe systeem bijzondere regeling actieve veredeling zal niet meer geëist worden dat de 'veredelde' producten opnieuw worden uitgevoerd.

terug naar het overzicht

Verklaring over cookies